Haarziekten bij Kinderen
Inleiding
Aandoeningen van het haar bij kinderen kunnen tot veel onrust leiden. De kwaliteit van het leven wordt aangetast en het intermenselijk contact wordt bemoeilijkt. Het haar heeft voor de mens een enorme betekenis. Al in de oudheid was dit zo. Julius Caesar en zijn familie ontleent zijn bijnaam aan 'caesaries' (=dikke hoofdharen) en symboliseert hiermee koninklijke waardigheid [Berg, 1951]. Vooral pleksgewijze of totale kaalheid vormt een grote bedreiging voor de mens en in veel sterkere mate nog voor het kind en zijn ouders. De differentieel diagnostiek kan erg moeilijk zijn [Handboek Kinderdermatologie, Oranje de Waard-vd Spek, 3edruk, 2009]. Slechts systematische aanpak (gerichte anamnese, onderzoek aangevuld met haarwortelanalyse en zo nodig verder morfologisch onderzoek van de haren) kan tot de juiste diagnose leiden. Door onderzoek van haarwortels volgens een gestandaardiseerde methode (haarwortelstatus of trichogram) kan objectieve informatie over een mogelijke oorzaak van het haarverlies verkregen worden [Pecorano, 1964].
Ouders zijn goed in staat om haarziekten bij kinderen op te merken en mogelijk ook te herkennen, zoals weergegeven in onderstaande afbeelding.
De belangrijkste en de meest voorkomende haarziekten worden uitgebreid besproken, andere worden slechts summier genoemd. De haarziekten, die van belang zijn op de kinderleeftijd staan hieronder weergegeven.
Haarziekten die van belang zijn op de kinderleeftijd
- Non cicatriciële alopecia. Diffuus (Telogeen, anageen of gemengd effluvium) of
--lokaal (Alopecia areata, Trichotillomanie, Tractie alopecia, Druk alopecia,
--Alopecie tgv naevus sebaceus.
- Hypertrichose.
- Cicatriciële alopecia. Keratosis pilaris atroficans, Folliculitis decalvans, Acne
- keloidalis, Alopecia mucinosa, Aplasia cutis.
- Pseudopelade, secundair aan dermatosen, die met atrofie gepaard gaan.
- Trauma, verbranding.
- Pigmentstoornissen. Phenylketonurie.
- Haarschachtafwijkingen. Trichorrhexis nodosa, Trichorrhexis invaginata,
- Trichothiodystrofie, Pili torti, Pili annulati, Monilethrix, Menkes 'kinky hair'
- syndroom, 'Woolly hair' (pluizenbol).
- Alopecia door infecties. Tinea capitis, Folliculitis, Syfilis.
Hoe kan de soort haarziekte worden vastgesteld?
M.b.v. het trichogram kan dit worden gedaan.Inleiding
Zoals vele biologische processen, vertoont de haargroei een ritmisch karakter met fasen van groei (= anagene fase), overgang (= katagene fase) en rust (= telogene fase). Aan het eind van de telogene fase valt het haar uit, terwijl diep in de dermis reeds een nieuwe haar is aangelegd, die een nieuw haargroeiproces in gang zet. Daarnaast kent men, ook bij gezonde mensen, afwijkende haarwortelvormen zoals de dysplastische en dystrofische. De duur van de verschillende fasen van de haarcyclus en de controle-mechanismen zijn afhankelijk van leeftijd, geslacht en lichaamsgebied, naast hormonale en exogene factoren.
Het meten van haarverlies
Haaruitval kan leiden tot ALOPECIA (=kaalheid). Hoe kan de behandelend arts tijdens het spreekuur zo objectief mogelijk de ernst van de haaruitval beoordelen? Tot voor kort werden verschillende methoden gehanteerd, zoals de beoordeling van het 24-uurs haarverlies. Aan de ouders van de patiënt vraagt men de hoofdharen, die spontaan of met kammen uitvallen, gedurende 24 uur te verzamelen en te tellen, 4 dagen ná het wassen, of, indien het haar vaker gewasssen wordt, in de 24 uur vóór het volgende wassen. Deze bepaling is zelden exact, wisselt sterk per kind en is dan ook een grove maat voor het haarverlies. Bij gezonden behoort het aantal uitgevallen haren niet meer te bedragen dan 100 tot 150 in 24 uur. Men kan ook zachtjes aan een bosje van ongeveer 100 haren trekken (haarpluktest). Laten er meer dan ± 20 haren los, dan is verder onderzoek noodzakelijk. De gemakkelijk loslatende haren kunnen óf in de telogene fase zijn - telogene haren zijn losser in de hoofdhuid verankerd - óf haren zijn, die boven de wortel als gevolg van een struktuurafwijking van het uitwendig haar, zijn afgebroken.
Hoe gaat de methode van een trichogramonderzoek in zijn werk?
In het trichogram kan men onder geringe microscopische vergroting afwijkingen in de haarwortels zelf en in hun onderlinge verhouding waarnemen. Het trichogram geeft een betrouwbaar inzicht in de ernst van de haaruitval, mits de vervaardiging hiervan geschiedt volgens een gestandaardiseerde techniek en de microscopische beoordeling hiervan eenduidig is [Peereboom‑Wynia JDR,1982].
Voor het maken van een haarwortelstatus dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:
1. Instructies aan de ouders:
Vier dagen vóórdat het trichogram wordt gemaakt is het niet toegestaan om het haar van het kind te wassen of te behandelen met kosmetische produkten [Peereboom‑Wynia JDR,1993].
2. Het hoofdhuidgebied van keuze:
Bij omschreven alopecia worden haarwortels afgenomen uit de rand van de lesie en bij diffuse alopecia uit het craniale hoofdhuidgebied, terwijl als controle-gebied steeds gekozen wordt voor het linker temporale hoofdhuid gebied.
3. Het afnemen van haarwortels teneinde deze microscopisch te beoordelen:
Van te voren worden twee objectglaasjes klaargelegd. Met behulp van een glazen- of houten staafje worden deze met het inbeddingsmedium 'depex' bestreken. ('Depex' is een heldere stroperige vloeistof, die na contact met de buitenlucht binnen enkele uren hard wordt).
Zowel van de rand van de lesie als van de controle-lokalisatie (links temporaal ongeveer 1 cm boven de oorrand) worden 50 haren afgeknipt met behulp van een klein scherp schaartje tot op een halve centimeter boven de hoofdhuid. Een epilatiepincet met goed sluitende uiteinden wordt zo dicht mogelijk tegen dit hoofdhuidgebied geplaatst. Afhankelijk van de haarimplantatiedichtheid in het hoofdhuidgebied worden ± 4 tot 7 haarwortels tegelijkertijd met een snelle ruk in de richting van de oorspronkelijke haargroei geëpileerd totdat het aantal van 50 haarwortels bereikt is.
Morfologische en fysiologische aspecten van het trichogram.
Er zijn vijf verschillende haarwortelvormen, die microscopisch beoordeeld kunnen worden. Drie passend bij de groei-, overgangs- en rustfase, resp. anagene, katagene en telogene haarwortels, en twee afwijkende vormen, namelijk de dysplastische en dystrofische. Op verdere details wordt hier niet ingegaan. Op zuigelingenleeftijd, tot de 5e levensmaand, zijn bijna alle haarwortels in het telogene stadium (90%). Hierna vallen de haren uit en ontstaan kale plekken op drukplaatsen, vooral bij kinderen, die veel met hun hoofd over het kussen wrijven of krabben, zoals bij een jeukende dermatose. Zeer waarschijnlijk wordt vanaf het eerste levensjaar het normale mozaïekpatroon (80% anageen, 10‑20% telogeen) bij haarwortelonderzoek aangetroffen. De literatuur hierover is echter schaars [Pecorano, 1964].
Normaalwaarden (%) van de haarwortels in het microscopisch beeld zijn:
anageen 66-96
catageen 0- 6
telogeen 2-18
dysplastsch/dystrofisch 0-18
(Deze waarden zijn ontleend aan die van volwassenen).
Conclusie
Het trichogram blijkt in de praktijk een belangrijk hulpmiddel te zijn bij de diagnostiek van haarziekten, omdat hiermee objectieve informatie omtrent de groeifasen en afwijkende vormen van de haarwortels wordt verkregen. Men kan de ernst van de haaruitval en soms de oorzaak hieruit afleiden, en het kan hulp bieden bij de differentiatie van de verschillende vormen van alopecia en het bepalen van de prognose van alopecia areata [Garg & Messinger, 2009]. Haarwortelpreparaten kan men goed bewaren in het archief en zij kunnen op elk gewenst moment met elkaar vergelijken worden, zodat men het ziektebeloop en de invloed van de therapie kan evalueren.
Alopecia Areata
Alopecia areata wordt ook wel pleksgewijze kaalheid genoemd. Onderzoeken in de VS en Europa wijst uit dat zo'n 1,7% van alle mensen zouden vóór hun vijftigste 1 van de vormen van deze autoimmuunstoornis aan den lijve hebben ervaren, al was dat mogelijk de minst in het oog springende vorm. In Nederland zou het dan mogelijk gaan om 280.000 mensen (1,7% van 16,7 miljoen).
De pleksgewijze kaalheid is er in verschillende gradaties, soms gaat het om slechts een klein kaal plekje in de baardstreek bij een man, het kan echter ook vele grote kalen plekken op het hoofd veroorzaken.
Een voorbeeld van iemand met een haarziekte, in dit geval Alopecia Areata, staat hier onder afgebeeld.
Een ontstekingsproces rondom de haarwortel belemmert de haarwortels in hun functie, waardoor hieruit enkel nog misvormde, gemakkelijk afbrekende en uiteindelijk helemaal geen haren meer groeien. Dit zorgt in het begin voor pleksgewijze kaalheid. Uiteindelijk kan het ziekteproces, in ernstige gevallen, leiden tot complete kaalheid. Omdat de haarwortels aanwezig blijven, in tegenstelling tot sommige andere aandoeningen waarbij haaruitval optreedt en waarbij wel follikelatrofie plaatsvindt, bestaat de kans dat het haar terugkomt. De prognose wordt echter slechter naarmate het ziekteproces uitgebreider is. Ook bij het ontstaan op jonge leeftijd en het vaak optreden van een recidief is de prognose slecht.
De plekken waar alopecia areata zich voordoet, zijn vaak rond of ovaal van vorm. In deze plekken vallen alle haren uit. De plekken op de huid zijn echter niet verlittekend, rood of ontstoken, zoals bij andere haaraandoeningen soms wel het geval is. Aan de randen van de aangedane plekken zitten loszittende haren en soms zijn hier kleine haartjes, de zogenaamde uitroeptekenharen, te zien.
In principe kunnen alle terminale haren aangedaan zijn. Indien het haar op de hoofdhuid, de wenkbrauwen, de wimpers en het baardhaar geheel is uitgevallen, spreekt men van alopecia totalis. Indien ook het okselhaar, borsthaar en schaamhaar is uitgevallen, wordt de aandoening aangeduid met de term alopecia universalis. Ook wordt onderscheid gemaakt in het aantal plekken waar kaalheid optreedt. De aandoening kan ook beperkt blijven tot enkel de baard, dit heet dan alopecia areata barbae. Diffuse alopecia areata kan volgens enkelen optreden als gevolg van een psychisch trauma. Dit uit zich in het verschijnsel dat een persoon met een gemengde haardos (grijze en donkere haren), ineens alle donkere haren verliest. Met alopecia areata monolocularis wordt bedoeld dat er slechts een kale plek is, alopecia areata multilocaris wordt gebruikt indien de kaalheid op meer plekken optreedt.
Ten slotte kunnen ook de nagels in het ziekteproces worden betrokken. Vooral vingernagels zijn aangedaan, meestal met putjes of witte plekken, soms worden ze broos en breken gemakkelijk af.
De meeste patiënten ontdekken pas dat ze aan alopecia areata lijden op het moment dat zichtbare kale plekken verschijnen, omdat de aandoening niet met jeuk of pijn gepaard gaat.
De oorzaak van Alopecia Areata
De exacte pathogenese van alopecia areata is onbekend, maar waarschijnlijk is er sprake van meer dan één oorzakelijke factor. Bij een onbekend aantal factoren blijft de aandoening afwezig zolang niet alle factoren aanwezig zijn. De aandoening wordt pas opportuun als ook de laatste factor opkomt. Een factor die vrijwel altijd wordt als een van de oorzakelijke factoren wordt herkend is stress.
Elk behaard gebied kan aangedaan worden, alleen grijze haren worden gespaard. Het beloop is onvoorspelbaar. AA kan op elke leeftijd optreden. Kinderen vormen tenminste 20% van de populatie. Van alle AA patiënten heeft 60% de eerste aanval onder de leeftijd van 20 jaar. Het ziektebeeld is asymptomatisch en leidt tot bezorgdheid en angst bij de patiënt en de familie.
Er zijn een aantal relatief veel voorkomende mogelijke oorzakelijke factoren waaronder auto-immuun schildklierlijden, vitiligo, psychiatrische stoornissen, pathologische stress. Niet alle factoren zijn echt bewezen. Stress, bijvoorbeeld, wordt algemeen aangemerkt als een van de oorzakelijk factoren maar hiervoor is nimmer wetenschappelijk bewijs geleverd.
Het verloop van Alopecia Areata
AA begint vaak plotseling met het ontstaan van ronde of ovale kale plekken op de behaarde hoofdhuid. Deze worden meestal niet in eerste instantie door de patiënt zelf opgemerkt, maar door een vriendje, familielid of door de kapper. Het beloop van AA is grillig. Spontane hergroei van het haar treedt in 20 tot 30% van de gevallen binnen 6 maanden op, in 40 tot 50% binnen een jaar. Als de eerste plekken 'genezen' zijn - meestal is dit nieuwe haar lichter van kleur - kunnen elders op de hoofdhuid of ook op het lichaam, waar normaliter haargroei is, nieuwe kale plekken ontstaan. Ook jaren later kan spontaan herstel van ernstige AA optreden.
De huid van de kale plek vertoont normale follikeltekening, geen krabeffecten of kenmerken van een dermatose. Bij vroege lesies ziet men weleens oedeem en roodheid. Bij een zich snel uitbreidende AA worden aan de rand van de lesie veelal 'uitroeptekenharen' ontdekt. Deze haartjes zijn niet langer dan ongeveer een halve centimeter en lopen vanuit een smalle basis breed naar distaal uit. Microscopisch blijkt er sprake te zijn van telogene haarwortels. Een bijzondere vorm van alopecia areata is die, welke gewoonlijk op het achterhoofd ontstaat en zich bandvormig langs de haargrens uitbreidt naar voren vlak boven de oren
('ophiasis' vorm).
In ± 10% van de gevallen treedt kaalheid op van de gehele hoofdhuid (AA
totalis) en/of van alle lichaamsharen (AA universalis). Nageldystrofie ziet men in
ongeveer 10% van de gevallen, vooral bij uitgebreide vormen. De nagels vertonen
fijne putjes, lengtegroefjes en dergelijke.
De behandeling van Alopecia Areata
Alopecia Areata is een aandoening van het immuunsysteem. Op zich is het een onschuldige aandoening maar het verlies van het haar en de onzekerheid over het verloop maken een patiënt met AA erg onzeker.
Vrijwel altijd veroorzaakt Alopecia Areata stress en angst, die kan overgaan in depressiviteit. De behandeling is in eerste instantie gericht op het inkaderen van de problematiek, het reduceren van de angst en stress en het vastleggen en monitoren van de aandoening. Als de aandoening na één jaar niet in remissie is kan een actieve behandeling worden overwogen. Een actieve behandeling kan sneller worden overwogen wanneer blijkt dat veel haarfollikels in de loop van het eerste jaar reeds substantieel kleiner worden. Ingrijpen vóór het einde van het eerste jaar is dan een reële optie omdat verder afwachten kan leiden tot blijvend verlies van de haarfollikels en dus tot blijvende kaalheid.
Alopecia Areata is een aandoening die vaak spontaan in remissie gaat. Om deze reden wordt in het eerste jaar afgezien van actieve behandeling. Toch is het van belang om het verloop van de aandoening in het eerste jaar te volgen aan de hand van reproduceerbare lichtopnamen van de haarloze plekken. De belangrijkste reden is te voorkomen dat haarfollikels dermate snel miniaturiseren dat herstel door behandeling ernstig wordt bemoeilijkt. Daarnaast is het ook van belang om objectief te kunnen beoordelen of herstel plaatsvindt, dan wel sprake is van consolidatie of progressie van de aandoening.
De therapie is moeilijk en in de praktijk weinig bevredigend, in het bijzonder bij kinderen. Omdat het beloop van de alopecia zo grillig is, is het niet of nauwelijks te beoordelen, of de ingestelde therapie succesvol is of dat er spontaan herstel is opgetreden [Kos, 2009, Alkhalifah A 2010].
Lokale aspecifieke prikkeltherapie met b.v. anthralin (ditranol of cignoline) behoort tot de reële behandelingsmogelijkheden en blijkt effectief bij ongeveer 50% van de patiënten [Oranje en de Waard-van der Spek, 2009, Mukherjee 2009]. Corticosteroïden geven, indien ze systemisch worden toegepast, te ernstige bijwerkingen (b.v. groeiremming), terwijl na stoppen een recidief van de haaruitval optreedt. Intralesionaal geven corticosteroïden tijdelijk herstel. Lokale toepassing
van corticosteroïden heeft weinig effect.
Zowel zinksulfaat per os als PUVA geven slechts bij een enkele patiënt resultaat,
toch spelt zink een belangrijke rol bij de haargroei. Vijf procent minoxidil-oplossing
geeft soms verbetering met dunne meestal gedepigmenteerde haren. Zij worden
nooit langer dan enige centimeters en vallen daarna meestal weer uit. Andere
supplementen zijn belangrijk als ondersteuning van de therapie [Camacho 1999,].
Immunotherapie, waardoor een contactallergie wordt opgewekt, is tot nu toe de
meest belovende therapie en geeft in 50% herstel van haargroei bij volwassenen,
zelfs in hardnekkige gevallen [Schuttelaar et al, 1999]. Diphencyprone is een stof
met een sterk sensibiliserende werking, dat wil zeggen, dat deze stof
contacteczeem veroorzaakt. Hierdoor ontstaat een immunologische 'omkeerreactie'
in het perifolliculaire lymfocytaire infiltraat van T-helpercellen naar T-
suppressorcellen.
Hoewel AA bij kinderen in het algemeen ernstiger, en zowel voor
de ouders als voor het kind psychisch belastend is, raden wij poliklinische
behandeling met diphencyprone in het algemeen niet aan. Vooral omdat van de
effecten op lange termijn van diphencyprone therapie nog niets bekend is. Recent
werd gemeld, dat therapie per os met dapson vergelijkbare resultaten geeft als die
met diphencyprone lokaal. Verder onderzoek is nodig om deze bevindingen te
bevestigen.
Bij kinderen lijkt het verstandig in eerste instantie zich te beperken tot therapie met
zinksulfaat per os, wanneer het serumzinkgehalte te laag is, gecombineerd met
gecombineerde corticosteroid en anthralin-applicatie. Bij de progressieve vorm is
het raadzaam om bijtijds een haarprothese in de oorspronkelijke haarstijl aan te
laten meten.
Trichotillomanie
Als uitdrukking werd trichotillomanie voor het eerst gebruikt door de Franse dermatoloog Hallopeau in 1889. Andere namen zijn trichomanie, autodepilatie en 'tic d'épilation'. De term 'tic d'épilation' wordt vooral gebruikt bij jonge kinderen om aan te geven, dat het geen diepgaande psychiatrische ziekte betreft.
Trichotillomanie is een ziekelijke zucht om bij zichzelf de haren uit te trekken. Dit symptoom wordt 7 maal vaker bij kinderen dan bij volwassenen gezien. Het komt 2 maal vaker bij meisjes voor dan bij jongens. Hoewel het proces zich sluipenderwijs uitbreidt, merken de ouders plotseling op, dat er kale of haararme gebieden op het hoofd zijn ontstaan [Oranje 1986]. Het symptoom kan beschouwd worden als een agressie dysregulatie [Oranje 1986]. Het kind richt zijn agressie tegen zichzelf en er ontstaat automutilatie. De handeling wordt snel een gewoonte, die dan vaak en onbewust (onopzettelijk) optreedt. Men spreekt in de literatuur van een 'habit‑disorder', vergelijkbaar met duimzuigen en nagelbijten. Bij grotere kinderen en volwassenen kan dit gedrag een onbewuste symbolische betekenis hebben gekregen. Het is een aanval op het 'body‑image'. Vanaf de puberteit vormt het haar een secundair geslachtskenmerk en wijst op biologische rijping en mannelijke of vrouwelijke identiteit.
Oorzaak
Kinderpsychiatrisch gezien is er sprake van een complex 'psychosomatisch symptoom'. Luxerende oorzaken of precipiterende faktoren zijn de 'druppel, die de emmer doet overlopen' in een daarvoor geschikte familie‑constellatie.
Hoe kan Trichotillomanie worden herkend?
Men ziet een min of meer haarloos gebied met afgebroken korte, verschillend in lengte zijnde haren, die in diverse richtingen groeien. De begrenzing van de plek is meestal bizar, onregelmatig of lineair van vorm. De dun behaarde of kale plek, die excoriaties kan vertonen, is bij voorkeur fronto‑temporaal gelokaliseerd. Bij de kleine kinderen kan men ook vaak occipitaal een kale plek vinden. Soms zijn er ook kale gebieden in de wimpers. Als deze alleen zijn aangedaan, is de diagnose vrijwel onmogelijk objectief vast te stellen. Bij haartraktie langs de rand van de lesie laten geen of nauwelijks haren los. De nagels vertonen geen afwijkingen zoals putjes en lengtegroeven. Nagelbijten (onychofagie) kan erbij optreden, doch ziet men niet zo vaak als bij volwassenen.
Ook kan men soms haren in de mond vinden (trichofagie). Symptomen zoals gebrek aan eetlust, buikpijn, diarree, en/of obstipatie kunnen wijzen op trichofagie. De anamnese is bij trichotillomanie bijna nooit typisch, tenzij het om heel jonge kinderen gaat. Indirekt en gemaskeerd komen toch vaak aanwijzingen in de anamnese naar voren, die bij de ervaren arts trichotillomanie doen overwegen.
Hoe kan het worden onderzocht?
Het trichogram is een uitermate belangrijk hulpmiddel om de diagnose meer aannemelijk te maken of te bewijzen. Indien genomen van een pas ontstane lesie vindt men nauwelijks telogene of katagene haarwortels met daarnaast een toename van dysplastische en/of dystrofische haarwortels.
Bij histopathologisch onderzoek vindt men naast normale haren lege haarfollikels, keratine materiaal en opgehoopt melanine in misvormde haarfollikels (trichomalacie). Ook kan men, in verse lesies, extravasatie van erythrocyten aantreffen. Een ontstekingsinfiltraat ontbreekt geheel.
Behandeling
De behandeling is gericht op de achtergrond‑factoren, die het symptoom tot ontwikkeling hebben laten komen. Ouders en kind verdienen de geruststelling, dat zij kunnen rekenen op goede medische zorg. Zelfs terwijl ze de ziekte met hun gedrag veroorzaakt hebben. Een multidisciplinaire benadering van (kinder)dermatoloog en psychiater heeft op zichzelf een positief algemeen psycho‑therapeutisch effect. Ongeveer een derde van de patiënten heeft psychiatrische behandeling nodig, beoordeling door de kinderpsychiater kan in meerdere gevallen echter nuttig zijn.
Haarschaftafwijkingen
Haarschachtafwijkingen zijn zeldzaam. Licht‑ en polarisatie‑microscopisch onderzoek, eventueel aangevuld met elektronenmicroscopie kan de dermatoloog belangrijke diagnostische hulp bieden, hetgeen niet zelden een aanwijzing kan geven voor bepaalde syndromen [20]. Kenmerkend bij deze afwijkingen is, dat de haren gemakkelijk afbreken, hetgeen klinisch gepresenteerd wordt als (diffuse) haaruitval. De meest voorkomende haarschachtafwijking is trichorrhexis nodosa.
Men onderscheidt een verworven en congenitale vorm van trichorrhexis nodosa. Door mechanische, fysische en chemische traumata kunnen deze defekten ontstaan. Met behulp van lichtmicroscopisch onderzoek kan men in de haarschacht knopvormige frakturen onderscheiden. Trichorrhexis nodosa congenita kan men aantreffen bij kinderen met mentale retardatie en aminoacidurie.
Overzicht van de mogelijke haarziekten die van belang zijn op de kinderleeftijd
Tabel 1.
Hypertrichose Congenitaal
Familiair
Verworven
Hypotrichose Alopecia triangularis
Marie‑Unna hypotrichose
Non cicatriciële alopecia
Diffuus Telogeen, anageen of gemengd effluvium
Lokaal Alopecia areata
Trichotillomanie
Tractie alopecia
Druk alopecia
Alopecie tgv naevus sebaceus
Cicatriciële
alopecia Keratosis pilaris atroficans
Folliculitis decalvans
Acne keloidalis
Alopecia mucinosa
Aplasia cutis
Pseudopelade, secundair aan dermatosen, die met
atrofie gepaard gaan
Phenylketonurie
Haarschacht-
afwijkingen Trichorrhexis nodosa
Trichorrhexis invaginata
Trichothiodystrofie
Pili torti
Pili annulati
Monilethrix
Menkes 'kinky hair' syndroom
'Woolly hair' (pluizenbol)
Alopecia
door infecties Tinea capitis
Folliculitis
Syfilis
Tabel 2. Diffuse alopecia
Anageen Telogeen
effluvium effluvium
Haaruitval Zeer duidelijk zowel Meestal duidelijk voor
voor dokter als patiënt patiënt maar heel vaak
niet voor de dokter
Tijdstip 7‑14 dagen na luxerende 2‑4 maanden na luxe‑
rende factor
Haarverlies sterk toegenomen
per 24 uur*
Haarstatus .Normale verhouding .Telogene
anagene‑telogene haarwortels >30‑50%
haarwortels (4:1) .Dystrofische/dysplas‑
.Toename dystrofische tische haarwortels
/ dysplastische afwezig
haarwortelvormen,
leidend tot
gemengd effluvium
*Haarverlies per 24 uur, 4 dagen na haarwassen geteld.
Tabel 3. Hypertrichose
Kenmerken
Fysiologische hypertrichose Pasgeborene,prematuren
(fijne beharing)
Hypertrichosis cubiti
Familiair
Hypertrichosis lanuginosa Buitengewoon zeldzaam
Persisterende produktie van lanugohaar
Ontwikkelt zich vanaf geboorte of eerste kinderjaren
Erfelijk ‑'dog face'type; AD
‑'monkey face'type;
onduidelijke overerving
syndroom hypoplastische genitalia, tepels,
navel
Groeistoornis
Skeletafwijkingen
Mentale retardatie
Gelaat:overgroei wenkbrauwen,lange
wimpers,zadelneus,blauwe
zweem rond ogen,neus en mond
AD = Autosomaal-dominant / AR = Autosomaal-recessief
Tabel 4. Enkele haarschachtafwijkingen
Haaranomalie Associaties Overerving/Diversen
Trichorrhexis Argininosuccinacidurie AR/Aminozuur‑
nodosa Neurodegeneratieve analyse urine
ziekten Traumatisch
Pili torti Andere haaranomalieën AR
Keratosis pilaris
Seborrhoea
Ichthyosis
Ectodermale dysplasie
Mentale retardatie en
cerebrale degeneratie
Sensorineuraal gehoorsverlies
(Björnstad syndroom)
Trichorrhexis Netherton syndroom AR
invaginata (bamboehaar,ichthyosis,
atopische constitutie)
Monilethrix Andere haaranomalieën AD of AR
Juveniel cataract, Aminozuuranalyse
keratosis pilaris in urine
nagel-,tandafwijkingen
Mentale retardatie
Schizofrenie,epilepsie
Argininosuccinacidurie
Pili annulati geen AD
AD = Autosomaal-dominant / AR = Autosomaal-recessief
Wanneer uw kind last heeft van een haarziekte of haaraandoening, kijk dan eens op de website van Stichting Haarwensen. Stichting Haarwensen is er voor kinderen tot en met 18 jaar, die door medische behandelingen of een andere vorm van alopecia (kaalhoofdigheid) in aanmerking komen voor een haarwerk of pruik.
Stichting Haarwensen wilt kinderen de keuze bieden uit een grote collectie pruiken van hoge kwaliteit te kiezen, zonder dat daaraan voor hen kosten verbonden zijn.
Geschreven door Prof. A.P. Oranje.
Haarziekten bij kinderen FAQ – Veelgestelde vragen
Bepaalde vragen over haarziekten bij kinderen komen regelmatig terug. Hieronder vindt u een overzicht van de meest voorkomende vragen. De vragen zijn voorzien van korte en bondige antwoorden.
1. Kunnen kinderen last hebben van overmatige haaruitval?
Kinderen verliezen, net als volwassenen, iedere dag haren. Abnormaal haarverlies kan meerdere oorzaken hebben. Alopecia areata, hoofdschimmels, virussen, trichotillomanie en pili torti zijn veel voorkomende oorzaken van overmatig haarverlies bij kinderen.
2. Wat is Pili torti?
Pili torti is een bepaalde vorm, kurkentrekker, die in het haar verschijnt. Het wordt niet als een echte haarziekte beschouwd. Door een breking van het licht in het haar, ontstaat een vreemd blond aspect. Wanneer een kind de puberteit voorbij is, neemt het haar meestal weer een normale vorm aan en verdwijnt de kurkentrek vorm.
3. Wat is Tinea capitis en hoe wordt het behandeld?
Tinea capitis is de meest voorkomende oorzaak van haarverlies bij kinderen en wordt veroorzaakt door een soort ringworm die het haar aanvalt. Het gevolg van de infectie is het ontstaan van schilferige, ringachtige laesies. Tinea capitis is een besmettelijke schimmelinfectie die regelmatig wordt verspreid onder schoolgaande kinderen. Zowel het hoofdhaar, de wenkbrauwen en de wimpers kunnen worden beïnvloed. Het gebied waar het haarverlies voorkomt, is vaak schilferig en bevat haren die aan de oppervlakte lijken te zijn afgebroken. De infectie kan worden behandeld met antischimmelmiddelen en een speciale shampoo. Eens de aandoening onder behandeling is, neemt het besmettingsgevaar af.
4. Kan ik Alopecia areata doorgeven aan mijn kind?
De meeste kinderen die Alopecia areata hebben, hebben geen ouder die deze aandoening heeft. Het merendeel van de ouders met Alopecia areata geeft de aandoening niet door aan hun kinderen.
5. Kunnen kinderen over Alopecia areata heen groeien?
Alopecia areata is een veel voorkomende huidaandoening die haarverlies veroorzaakt op verschillende lichaamsgebieden. Het veroorzaakt geen littekens, maar oudere kinderen kunnen zich zorgen maken als ze haarverlies zien waardoor kale plekken ontstaan. Het patroon van haaruitval kan geleidelijk afnemen, naarmate uw kind groeit. De exacte ontwikkeling van Alopecia areata is en blijft helaas onvoorspelbaar.
6. Kunnen peuters Alopecia areata krijgen?
Alopecia areata is een auto-immuunaandoening die haarverlies tot gevolg heeft. Hoewel het uiterst zeldzaam is bij kinderen jonger dan 18 maanden, kan het al op zeer jonge leeftijd tot uiting komen. Uw baby kan op enkele plaatsen haar verliezen, maar ook de volledige hoofdhuid kan kaal worden. Raadpleeg bij haarverlies altijd een kinderarts.
7. Hoe wordt Alopecia areata bij peuters behandeld?
Bij jongere kinderen bestaat een behandeling voornamelijk uit sterke corticosteroïde zalven of crèmes die op de kale plekken worden aangebracht. Tieners die gemotiveerd zijn om de haargroei te laten herstellen, kunnen het laten toedienen van steroïde-injecties overwegen. In uitzonderlijke gevallen kan een dermatoloog een aanvullende behandeling met Minoxidil voorstellen.
8. Kan stress haaruitval bij kinderen veroorzaken?
Ja, stress en haaruitval komen ook bij kinderen voor. Vaak is het lastig vast te stellen dat uw kind blootgesteld wordt aan langdurige stress. Merkt u dat uw kind veel haar verliest? Probeer dan te praten over wat er in het leven van uw kind gebeurt. Drukte op school, (te) veel sociale contacten of een combinatie van factoren kunnen op een bepaald moment te veel zijn.
9. Is haaruitval bij kinderen normaal?
Enig haarverlies is normaal, maar wanneer uw kind grotere hoeveelheden haar verliest kan dit veroorzaakt worden door een bepaalde aandoening. Alopecia areata, tinea-capitis en andere aandoeningen zijn veelvoorkomende oorzaken van haarverlies bij kinderen. Vermoedt u dat uw kind last heeft van overmatig haarverlies, laat de oorzaak dan vaststellen door een arts.
10. Hoe kan ik voorkomen dat het haar van mijn kind uitvalt?
Wees voorzichtig met het te strak vlechten of samenbinden van het haar. Te strak getrokken haren zijn kwetsbaar en kunnen beschadigen. Het haar van uw kind kan ook uitvallen door te hard borstelen of kammen. Wees voorzichtig met het kammen en stylen van het haar en maak losse paardenstaarten of vlechten om haaruitval te voorkomen. Valt het haar van uw kind uit als gevolg van een aandoening of ziekte, dan zal de behandelend arts u een behandeling voorstellen waarmee het haarverlies wordt gestabiliseerd.
11. Welke tekorten kunnen haarverlies veroorzaken?
Het is bekend dat een gebrek aan ijzer of bloedarmoede haaruitval kan veroorzaken. Ook wanneer iemand dagelijks onvoldoende vitamines en mineralen binnen krijgt, kan dat van invloed zijn op de haargroei. Dit is zowel bij volwassenen als kinderen het geval.
12. Hoe kunnen kinderen dikker haar krijgen?
Niet iedereen heeft een volle, dikke haarbos. Een afwisselend, gezond voedingspatroon heeft een positieve invloed op de haargroei. Het regelmatig eten van pinda’s, maïs en spinazie stimuleert de haargroei met de nodige vitamine E. Maar ook asperges, erwten, citrusvruchten en gevogelte heeft een versterkend effect op het haar. Dagelijks voldoende water drinken zorgt er voor dat het haar goed gehydrateerd blijft.
13. Zijn hoofdluizen gevaarlijk?
Hoofdluizen zijn vervelend, maar niet gevaarlijk en ze verspreiden geen ziekten. Hoofdluis is geen teken van slechte hygiëne. Een hoofdluis heeft bloed nodig om te overleven en maakt daarbij geen onderscheid tussen schone of minder schone haren. Het is het beste om hoofdluizen meteen te behandelen en te voorkomen dat ze zich verspreiden.
14. Waarom verliest mijn 7-jarige of jonge zoon/dochter zijn/haar haar?
Een van de meest voorkomende oorzaken van haarverlies bij kinderen is een infectie die bekend is als tinea-capitis. Tinea-capitis is een type ringworm dat het haar aanvalt en schilferige en ringachtige laesies veroorzaakt. Het is een besmettelijke schimmelinfectie die vaak wordt verspreid onder schoolgaande kinderen.
15. Hoe weet ik of mijn kind Alopecia of Alopecia areata heeft?
Alopecia areata is herkenbaar en bij bepaalde symptomen kan de diagnose gesteld worden. Wanneer uw kind Alopecia areata heeft, is vaak een complete kale plek zichtbaar. De hoofdhuid vertoont verder geen tekenen van schilfering, roodheid of littekens. De huid jeukt niet en voelt niet anders aan. Alopecia areata kan zich overal op behaarde lichaamsplaatsen voordoen. Zowel het hoofdhaar als wenkbrauwen, wimpers en overige lichaamsbeharing kan door Alopecia areata uitvallen.
16. Groeit het haar op kale plekken terug?
In veel gevallen stabiliseert de Alopecia zich vanzelf. Blijft het haarverlies beperkt dan is de kans groot dat u na enkele maanden nieuwe haargroei ziet. Veel artsen adviseren om af te wachten en te zien hoe de Alopecia zich ontwikkelt of tot stilstand komt.
Laatst bijgewerkt op: 25-04-2020