AAPV en VAAP fuseren tot ‘Alopecia Vereniging, voor mensen met haarverlies.’
Meer leden; meer daadkracht!
Haar op je hoofd is geen vanzelfsprekendheid. Dat besef je pas goed als je het kwijtraakt.
Kalende mensen zijn vaak bereid veel geld uit te geven aan haargroeimiddelen, transplantaties en haarwerken. Want waar niet kan worden geaccepteerd, moet worden gecamoufleerd. Cijfers zijn indrukwekkend. Alopecia areata, oftewel pleksgewijze haaruitval komt voor met een percentage van 1,7%, en ‘mannelijke kaalheid’; androgenetica met een gemiddelde van 70% van alle mannen boven de 30, en 25% van alle vrouwen boven 50 jaar. Alopecia androgenetica is niet (enkel) een verouderingsverschijnsel; ook jonge mannen, en in toenemende mate jonge vrouwen worden ermee geconfronteerd. Daarnaast bestaan nog veel meer haaraandoeningen, met andere oorzaken maar hetzelfde gevolg: tijdelijke of permanente kaalheid. Middelen die kalende heren ten dienste staan zijn alleen of vooral voor hen geschikt. Voor de dames zijn hormoongerelateerde middelen niet werkzaam of hebben teveel bijwerkingen. Haartransplantatie heeft bij vrouwen met androgenetica (bij areata is het zinloos) nogal eens een teleurstellend effect.
Tot het moment dat vanuit de medische wereld verlossende woorden over genezing of afdoende behandeling kunnen worden gesproken, zijn daar gelukkig de organisaties die de belangen van hen die lijden aan hun haarverlies behartigen: de patiëntenverenigingen. De Alopecia Areatapatiëntenvereniging deed dat al sinds 1985, en de Vereniging voor Alopecia Androgenetica Patiënten, een kleine organisatie die voornamelijk vrouwelijke leden telt, sinds 2000. Al sinds 2007 werken deze twee organisaties nauw samen. Onlangs besloten zij het blikveld nog verder uit te breiden. Op de Algemene Ledenvergadering tijdens de Landelijke Dag van 21 april is door de aanwezige leden ingestemd met een officiële fusie van de twee verenigingen en een naamswijziging. Vanaf nu gaan de verenigingen verder onder de naam: ‘Alopecia Vereniging -voor mensen met haarverlies’ (wat de oorzaak dan ook is). Het doel van de fusie en naamwijziging is vooral: méér mensen bereiken die zich aansluiten. Want er zijn veel voordelen te behalen bij groei. Meer leden betekent méér vrijwilligers en een beter gevulde verenigingskas. Daardoor zijn doelstellingen makkelijker te bereiken en kunnen bezuinigingsmaatregelen ondervangen worden. Een grotere achterban maakt een vereniging sterker als gesprekspartner naar overheid, zorgaanbieders, haarwerkleveranciers. Zoals vorig jaar in de Eerste Kamer werd gezegd -overigens als motivatie om niet te bezuinigen op de patiëntenorganisaties- ‘Krachtige belangenorganisaties zijn van groot belang als tegenhanger van een al te grote macht van medische professionals’.
Tekst: Inez Proosten