Op 50-jarige leeftijd geldt dat voor de helft van de mannen en boven de 80 voor driekwart. Maar ook vrouwen hebben last van deze zogenoemde mannelijke vorm van kaalheid (alopecia androgenetica). Wel liggen de cijfers bij vrouwen veel lager dan bij mannen. Bij vrouwen is de kaalheid ook minder uitgesproken: meestal geen inhammen of kale kruin, maar vooral haar dat over de hele bovenkant van het hoofd wat dunner wordt.
Erger voor vrouwen
Kaalheid is voor vrouwen psychosociaal gezien een veel groter probleem dan voor mannen. Voor vrouwen is een weelderige haardos, net als een gave huid, een symbool van gezondheid en een teken van slaagkans en geluk. Een vrouw die bij zichzelf haaruitval constateert, raakt dan ook vaak meteen in ‘paniek’ en zoekt alle mogelijke hulp.
Veel troep op de markt
In onze maatschappij kunnen we allerlei organen vervangen en hebben we voor vrijwel alles medicijnen. Het is daarom nauwelijks voor te stellen dat we zoiets ‘onbenulligs’ als haaruitval niet zouden kunnen bestrijden. Toch is er geen echt goede remedie. Wel is er een hoop troep: voornamelijk shampoos, vitaminen en lotions waarvan bewezen is dat ze niet werkzaam zijn. De populariteit van deze niet-werkzame producten geeft een idee van de lijdensdruk van deze aandoening.
Hormonen blokkeren
Haarverlies is een complex probleem,waarbij hormonen een belangrijke rol spelen.Middelen die ingrijpen op de hormoonhuishouding hebben wel enig effect. Het gaat daarbij vooral om middelen die de werking van het mannelijk hormoon testosteron blokkeren. Het effect is echter slechts bescheiden, terwijl deze middelen allerlei onplezierige en soms ernstige bijwerkingen hebben. Finasteride is zo’n hormoonblokkerend middel. Het is sinds 2002 op de markt en is in Nederland geregistreerd voor de behandeling van kaalheid bij mannen. Voor de behandeling van kaalheid bij vrouwen is het niet geregistreerd. Toch schrijven artsen het middel zo nu en dan aan hen voor. Dit heet dan ‘off-labelgebruik’.
Voorschrijven ‘buiten het boekje’?
Vaak is zulk off-labelgebruik verantwoord, maar soms ook niet. Het is verantwoord als het op dat moment de best denkbare behandeling is, zoals vastgelegd in de richtlijnen van de desbetreffende beroepsgroep(en). Zo staat dat ook in de Geneesmiddelenwet van 1 juli 2007. Het ‘buiten het boekje’ voorschrijven komt dan voort uit de professionele verantwoordelijkheid van de arts om de patiënt een optimale behandeling te bieden. Dit is ook een wettelijke verplichting. Als de beroepsgroep een negatief oordeel uitspreekt, kan dat betekenen dat de arts de patiënt een beschikbare behandeling moet onthouden. Bijzondere patiënten, zoals zwangeren, kinderen en bejaarden, kunnen artsen dan helemaal niet medicamenteus behandelen. In dit geval vrouwen. Door het aanscherpen van de wet is de Inspectie voor de Gezondheidszorg nu ook actiever bij de controle op off-labelgebruik. Vrouwen klaagden dat zij zich ‘proefkonijn’ voelden. De inspectie heeft daarom de dermatologen gevraagd snel met een richtlijn te komen over het gebruik van finasteride bij vrouwelijke kaalheid. Tot die tijd wil de inspectie erop toezien dat vrouwen dit middel niet zomaar krijgen.
Richtlijn brengt duidelijkheid
Die richtlijn is nu in de maak. Er lijkt onvoldoende wetenschappelijk bewijs voor de werkzaamheid en veiligheid van off-labelgebruik van finasteride bij alopecia androgenetica bij vrouwen. De Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie adviseert dit middel bij vrouwen alleen toe te passen onder strenge voorwaarden. Artsen mogen het middel alleen nog voorschrijven als zij de werking en de bijwerkingen registreren bij wetenschappelijk onderzoek of in een landelijke database. Geen ‘proefkonijnen’ meer dus.